De optionele toepassing voor witte pathologische en voorloperbloedcellen ‘WPC’
De WPC-toepassing is ontworpen om samples die aanvankelijk door de DIFF-toepassing als positief voor ‘Blasts/Abn Lympho?’ waren gemarkeerd, verder te classificeren. De WPC-analyse sluit samples met mogelijk maligne cellen met grote specificiteit uit, waardoor het aantal samples dat eerder door de DIFF-analyse als mogelijk maligne werd gemarkeerd, tot een minimum wordt beperkt. De combinatie van DIFF- en WPC-analyse ondersteunt een optimale differentiatie tussen vermoedelijk maligne en reactieve samples.
Het WPC-kanaal kan verdachte samples classificeren in een van de drie gedefinieerde categorieën (‘reactief’, ‘vermoedelijk kwaadaardig’ of ‘negatief’). Dat ondersteunt laboratoria om alle samples in een van deze categorieën in te delen en reactieve aandoeningen verder te karakteriseren, zodra een maligne aandoening is uitgesloten.
Deze aangescherpte flagging helpt bij het stroomlijnen en versnellen van de laboratoriumworkflow, omdat het de noodzaak vermindert om tijdrovende en dure vervolgtests uit te voeren die nodig zijn wanneer een maligne aandoening wordt vermoed. Verder helpt het om het handmatige werk (bijvoorbeeld voor uitstrijkjes) voor het laboratoriumpersoneel te verminderen en geeft het hen meer oriëntatie over de pathologische cellen waarop ze moeten letten in een bepaald sample.
De WPC-toepassing vereist de aanwezigheid van het WPC-kanaal dat beschikbaar is op specifieke analyzer units uit de XN-Series en de XR-Series en maakt gebruik van fluorescentie-flowcytometrie.
Met de optionele HPC-licentie kan het WPC-kanaal bovendien worden gebruikt om hematopoëtische progenitorcellen te kwantificeren.
WBC-analyse met fluorescentie-flowcytometrie
De reactie die door de speciale reagentia in het WPC-kanaal wordt veroorzaakt, is specifiek afhankelijk van de samenstelling van de membraanlipiden. Rijpe witte bloedcellen hebben een andere samenstelling van de membraanlipiden dan onrijpe of reactieve cellen, waardoor ze in grotere mate worden aangetast. Daardoor wordt het celmembraan beter doorlaatbaar voor de eigen fluorescentiemarker die het DNA van de kern labelt in de volgende stap van de reactie. De signalen die overeenkomen met de celgrootte, de interne structuur en het nucleïnezuurgehalte zijn daarom direct gerelateerd aan de functionaliteit van de cellen.
Vanwege de lipidensamenstelling in het celmembraan van de blasten zal het lyse reagens niet zo sterk kunnen doordringen. Bijgevolg vertonen ze relatief lage fluorescentiesignalen en hoge voorwaarts verstrooide lichtsignalen omdat ze grotendeels intact blijven.
Neoplastische lymfocyten daarentegen zijn rijper en hun membranen worden gemakkelijker doordrongen, waardoor ze hogere fluorescentiesignalen en lagere voorwaarts verstrooide lichtsignalen vertonen als gevolg van het krimpen van de cellen. Die verschillen maken een betrouwbare identificatie van dergelijke vermoedelijk maligne cellen mogelijk.
De onderstaande afbeelding toont verschillende weergaven van het WPC-scattergram. De rode cluster in het scattergram links toont een populatie van abnormale lymfocyten, terwijl het WPC (SSC-FSC)-scattergram rechts een blastpopulatie (rode kleur) toont die aanwezig is in het sample. Daarnaast worden hieronder gerelateerde afbeeldingen van de 3D-scattergrammen (alleen XR-Series) getoond.
WPC-scattergram
WPC-blastscattergram
De XR-Series gebruikt signalen van de verstrooiing van laserlicht onder twee hoeken (FSC en SSC) en fluorescentiesignalen (SFL). Elke gedetecteerde bloedcel heeft zijn eigen x-, y- en z-coördinaatwaarden die respectievelijk het FSC-, SSC- en SFL-signaal vertegenwoordigen. Met behulp van geavanceerde algoritmen kan de XR-Series celtypen, met name afwijkende cellen, identificeren en clusteren op basis van hun grootte, interne complexiteit en DNA/RNA-gehalte. Het resultaat van deze analyse wordt weergegeven in de 3D-scattergrammen, die in elke richting gedraaid kunnen worden om de celpopulaties vanuit verschillende hoeken te inspecteren.
Voordelen voor laboratoria en artsen
- WPC-analyse helpt om het aantal samples dat uiteindelijk als mogelijk maligne wordt gemarkeerd te minimaliseren en vereenvoudigt zo de workflow van het laboratorium door de noodzaak voor tijdrovende en dure tests te verminderen die nodig zijn wanneer een maligne aandoening wordt vermoed.
- U kunt erop vertrouwen dat u uitstrijkjes maakt van de juiste samples zonder tijd te verliezen aan valspositieve samples. De beoordeling van uitstrijkjes wordt versneld door te focussen op specifieke celtypen.
- WPC-analyse wordt uitgevoerd als een geautomatiseerde reflextest, waardoor u meer walk away-tijd hebt.
- Meting van reactieve cellen (uitgebreide ontstekingsparameters, optionele licentie) geeft artsen een dieper inzicht in de status van de immuunrespons, met name nadat maligne aandoeningen specifiek met WPC-analyse zijn uitgesloten.
- Met de optionele HPC-licentie kunt u hematopoëtische progenitorcellen kwantificeren, wat de labservice die hematopoëtische stamceltransplantaties (HSCT) ter plaatse ondersteunt, kan aanvullen met het bepalen van het optimale tijdstip voor afereseprocedures.
Documenten om te downloaden
-
Lab card: Further classification of WBC abnormalitiesPDF (542 KB)
-
Lab card: Supporting the apheresis ward with excellent lab servicePDF (216 KB)
-
Lab card: From cell count to cell functionalityPDF (666 KB)
-
White paper: Sensitive assessment of WBC functionality and greater workflow efficiencyPDF (2 MB)
-
White paper: Going beyond the visiblePDF (2 MB)